De lange treinreis naar Zagreb gaat deels per hogesnelheidslijn en deels per slaaptrein. Daardoor arriveer ik voor mijn gevoel sneller dan verwacht in de hoofdstad van Kroatië, die een moderne en ontspannen eerste indruk maakt. Het kamertje dat ik gehuurd heb ligt op ruime loopafstand van het station, maar met het mooie, koude weer is dat niet zo erg. En wat een humor trouwens, de titel van dit stuk.
Zagreb heeft een oud centrum waar veel te zien is, zoals een korte kabelspoorbaan die over een lengte van 66 meter zo’n 30 meter stijgt en dan weer teruggaat. Op veel plaatsen is street art aangebracht, die niet allemaal even geslaagd is. Het kost me moeite om het bekendste en mooiste werk te vinden, en als ik de enorme walvis op een oud gebouw eindelijk gelokaliseerd heb, begrijp ik waarom. Het pand waarop de tekening is aangebracht, staat volledig in de steigers en door de doeken heen is het werk nauwelijks zichtbaar.

Vanaf Zagreb reis ik naar Rovinj, een fotogenieke plaats aan de Adriatische zee. Het oude gedeelte bestaat uit kleurrijke huizen en een wirwar van smalle straatjes, waar je zomaar wat rond kunt dwalen zonder je een moment te vervelen. Het weer is aangenaam, de terrassen zijn open en de toeristenmassa is in deze tijd van het jaar nog afwezig. Ik had het slechter kunnen treffen.

Zaagmans
De volgende stop is Pula, een stad die vooral bekend is om het Romeinse amfitheater dat er staat. Verder is er niet gek veel te zien, maar dat is ook niet de reden dat ik hier ben. Die middag staat er een afspraak op het programma met familie, die vanuit het Italiaanse gedeelte van Istrië naar Pula is gekomen. We bezoeken een restaurantje, drinken een biertje en bekijken het theater. Mooi om elkaar op zo’n plek te ontmoeten.
De volgende dag rij ik via een omweg naar Labin. De weg is smal, maar gelukkig zijn er kilometerslang geen tegenliggers. Ergens halverwege tref ik de plek waarvan ik niet wist of ik hem tegen zou komen, maar die ik wel hoopte te vinden: een parkeerplaats met een uitzicht over zee, waar ik kan stoppen om te lunchen. Ik zet de auto in de schaduw en klim op een picknicktafel om over de begroeiing heen nog meer te kunnen zien. Het uitzicht is werkelijk fantastisch. Terwijl ik staand en etend rondkijk vraag ik me af wat ik zou denken als ik nu op mijn werk zat. “Het is woensdagmiddag 12 uur, Zaagmans is weer geweest” of iets van die strekking. Als ik na de lunch ook nog een dot van een gehucht tegenkom (11 inwoners!) kan mijn dag helemaal niet meer kapot.
Lego
Langs een prachtige kustroute rij ik in zuidelijke richting naar Senj, waarvandaan twee nationale parken te bereiken zijn. Helaas blijkt het ene vanwege de kou gesloten te zijn en is het andere me bij nader inzien iets te ver uit de buurt. Daar kan ik op de terugweg naar Zagreb beter naartoe gaan. In Senj zelf is weinig te beleven, een kasteeltje dat van Lego lijkt gemaakt en een Mercedes uit het jaar nul die vanaf een eerste verdieping naar buiten steekt, zijn de voornaamste bezienswaardigheden.

Mijn route loopt verder van Šibenik, één van de oudste steden gesticht door de Kroaten zelf, naar Dubrovnik. Om daar te komen moet je een stukje van ongeveer 20 kilometer door Bosnië en Herzegovina en daarna ga je verder door het zuidelijke deel van Kroatië, dat niet rechtstreeks met de rest van het land verbonden is. Aangezien de verzekering van de huurauto het niet toelaat om buiten de EU te rijden en de brug om Bosnië en Herzegovina via een schiereiland te omzeilen nog in aanbouw is, besluit ik een bus te nemen. De auto parkeer ik vlakbij de grens in het plaatsje Klek en ongeveer anderhalf uur later stap ik uit op het busstation van Dubrovnik.

De oude, ommuurde vestingstad van Dubrovnik is vrij klein en in zeer goede staat. Er rijden geen auto’s, wel stikt het er van de pizzeria’s en pinautomaten. Net als in Rovinj is het lekker weer en nog niet massaal druk, zeker als je de achterafstraatjes opzoekt kom je maar weinig mensen tegen. Het meest bijzondere van het oude Dubrovnik kom ik tegen als ik buiten de stadsmuur op zoek ben naar een plek in de schaduw waar ik over zee uit kan kijken: ergens aan die muur zijn twee douches bevestigd. Had ik eerder moeten weten, dan had ik hier kunnen overnachten. Welles.


En er is een vegetarisch restaurant in Dubrovnik. Eindelijk, want in de meeste Kroatische eetgelegenheden wordt louter vlees en vis geserveerd. Of pizza dus.
Groen
Voor de terugweg naar Zagreb heb ik nog enkele dagen en kies ik een route door het binnenland. Daar krijg ik heel andere landschappen te zien dan aan de kust, het is er vlakker en de plaatsjes waar ik doorheen kom ogen armoediger. Wel tref ik enkele mooie plekken om te overnachten. In Knin (voor een Tukker is dit een grappige plaatsnaam) verblijf ik op een rustige plek net buiten een wat grotere plaats. En er is zowaar een ontbijtje inbegrepen bij de toch al gunstige prijs. Aan de ontbijttafel klinkt muziek die De Afspeelreist nooit zal halen, bloedeloze en inspiratieloze saxofoonversies van overbekende popnummers, dat soort ellende.

In Grabovac overnacht ik in een groen huis met een groen dak (Yeah!). Van daaruit bezoek ik National Park Plitvicemeren, dat ik op de heenweg nog te ver weg vond. Nu is het wel dichtbij, zijn er weinig mensen en is het bovendien aangenaam voorjaarsweer, de groene meren en de vele watervallen leveren daardoor prachtige plaatjes op. Als je inzoomt op onderstaande foto, zie je rechtsboven twee poppetjes lopen, meer niet.

Blik
De mooiste plek om te overnachten tref ik in Slunj. Vanaf het balkon kijk ik uit over een heuvellandschap en verderop zie ik bergtoppen, met open blik geniet ik in de ondergaande zon van het uitzicht. Een halveliterblik bier, om precies te zijn. Hier zou ik wel langer willen blijven, maar ik moet op tijd terug zijn in Zagreb om mijn huurauto in te leveren en de trein naar Nederland te halen. Het voelt vertrouwd om weer in die stad te zijn, want er is weinig veranderd. De walvis is helaas nog steeds niet zichtbaar.